Er is gebeurtenis die een onuitwisbaar effect heeft gehad op onze directe buren Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Deze gebeurtenis wordt in deze landen jaarlijks herdacht. Het is The Great War, Der Groβe Krieg, La Grande Guerre. Bij ons beter bekend als de eerste wereldoorlog, 1914-1918 met miljoenen militaire doden. Nederland was niet uitgenodigd mee te doen aan deze slachtpartij omdat wij geen deel uitmaakten van één van de landengroepen die met elkaar oorlog gingen voeren de Entente en de Centralen. Wij werden ook niet gedwongen mee te doen. Dat was precies wat onze regering nastreefde: neutraliteit. Onze buren maakten deel uit van de Entente. Op 11 november 1918 werd een wapenstilstand getekend in een treinwagon in Compiègne. Een vredesverdrag volgde een half jaar later: het Verdrag van Versailles. Dit weerhield de deelnemers er niet van de oorlog in een iets andere samenstelling, 21 jaar later, nog eens dunnetjes over te doen. De inhoud van dit vredesverdrag was daar mede schuldig aan. Nederland had toen (10 mei 1940) niets te kiezen, ongeacht de neutraliteit.
Wie door Frankrijk reist en even van de autoroute af wil om rustig wat te drinken of te eten komt vaak in een dorpje of stadje een herdenkingsmonument tegen voor de gevallenen in één van de oorlogen waar Frankrijk bij betrokken is geweest. Meestal gaat het om de gevallen inwoners in de eerste en tweede wereldoorlog. Soms staan daar nog bij Indochine en een enkele keer 1870-1871. Sommige monumenten voor de doden verkeren in perfecte staat, de meeste zijn toonbaar en sommige verkeren in deplorabele staat. In het Verenigd Koninkrijk dragen vele “poppies”, klaprozen begin november. De bloempjes die snel weer groeiden rond de door granaten omgeploegde velden en loopgraven.
Vandaag wordt 11 november weer herdacht in Parijs met al het vertoon dat bij de Franse opvatting van “grandeur” hoort. In aanwezigheid van de president van de République Française Macron, de minister-president met zijn gehele kabinet, alle topmilitairen, alle verenigingen van oud-strijders.
Deze keer was het een soort driedubbele plechtigheid. Niet alleen werd de wapenstilstand herdacht maar ook de in het buitenland op missie omgekomen Franse militairen.
Uniek was echter het eerbetoon aan de laatste der Compagnons de la Libération. Er waren er 1038, op twaalf oktober is de laatste overleden: Hubert Germain, 1920-2021
Na de smadelijke nederlaag van de Franse strijdkrachten in mei/juni 1940 en de daarop volgende wapenstilstand waren de Fransen ook mentaal gesloopt. Men vond de wapenstilstand wel in orde, het bracht rust in een massaal psychotrauma en de overgrote meerderheid nam genoegen met generaal Pétain als regeringsleider die nauw met de Duitsers ging samenwerken. Frankrijk bestond op dat moment uit 40 miljoen collaborateurs zoals De Gaulle later opmerkte en die kun je toch niet de doodstraf geven vanwege landverraad? Een paar jaar later stonden dezelfde mensen achter De Gaulle als bevrijder.
Een kleine groep accepteerde de wapenstilstand van Pétain niet en wilde de strijd voortzetten. Eén van hen was generaal Charles De Gaulle. Hij vluchtte naar Engeland. Vele militairen en burgers volgen hem. De Vrije Fransen noemden ze zichzelf. De Gaulle was een onbekende Franse generaal, een tank commandant. Hij verzamelde de Fransen die in Londen aan kwamen. Het waren er in het begin slechts 2000. Zij die zich voegden bij Vrije Franse Troepen zetten de strijd tegen de Duitsers en Italianen voort in Afrika.
Hubert Germain was op 19-jarige leeftijd één van hen en ging later deel uit maken van Compagnons de la Libération. Driekwart van de Compagnons de la Libération kwam voort uit de Vrij Fransen, de overigen kwamen voort het het binnenlands verzet. (les résistants). De compagnons die de oorlog overleefden werden later met militaire eer begraven. Het was een zeer gemengd gezelschap uit alle lagen van de bevolking met slechts 6 vrouwen. 1038 hoorden tot de uitverkorenen. De Gaulle en zijn staf beslisten wie er deel van uit maakten..Velen kwamen later op belangrijke publieke posities terecht.
Later vandaag wordt Hubert Germain bijgezet in Le Mont-Valérien, een nationaal herdenkingsmonument. In een crypte waar alleen de Franse president toegang heeft.Een fort ten zuiden van Parijs waar tijdens de tweede wereldoorlog 1008 verzetsstrijders en gegijzelden door de Duitsers zijn vermoord. Vergelijkbaar met de Waalsdorpervlakte.
Daarvoor is hij op een platte tank, begeleid door de Garde Républicaine te paard over de Champs Elysées naar het graf van de onbekende soldaat gereden. Ook daar eerbetoon. De Gaulle is op een zelfde soort tank naar zijn begraafplaats in zijn dorp gereden. Veel symboliek, perfect uitgevoerd. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander zich afvraagt waar dat voor nodig is of er met een mengsel van verwondering en respect naar kijkt.
Je kunt ook zeggen dat met de dood van Hubert Germain een deel van de Franse geschiedenis naar de achtergrond raakt. Het deel van de Franse Engelandvaarders, hun heldenstatus, hun band met De Gaulle, het tijdperk De Gaulle.
In ons land is dit bij de meesten onbekend. Wij gaan ook anders met onze geschiedenis om, wij zijn minder militaristisch en wij hebben niet zoveel met “grandeur”. Onze herdenkingen worden samengeperst in 4 mei. De Fransen hebben er meer, misschien hebben de Fransen wel meer geschiedenis? De 14 e juli kenmerkt zich ook door veel militair vertoon. Het is de aard van het beestje!
Misschien vindt dit ook zijn weerslag in de volksliederen. Het Wilhelmus is een braaf lied over hoe wij lang geleden met Gods hulp onafhankelijk zijn geworden van Spanje. De Marseillaise is een bloederig verhaal over een burgeroorlog die, minder lang geleden, gewonnen is door “de kinderen van het vaderland” (les enfants de la patrie) en waarvan de verworvenheden bewaard moeten blijven tot elke prijs!